|
Moi |
picca's |
Tarot
Herkomst
van de Tarot
Waar de Tarot vandaan komt en wanneer
ze ontstaan is, is onbekend. Wat bekend is dat ze rond de 13e eeuw
plotseling verdwijnen uit de geschiedenis doordat ze kaartspellen
(niet alleen als gezelschapsspel maar ook als medium om te
voorspellen) verboden werden door de kerk. Ergens tussen 1725 en 1784
worden ze echter herontdekt door Antoine Court de Gebelin. Hij
beschreef ze als een overgebleven Egyptische schat. De Egyptenaren
zouden de Tarot ontvangen hebben van Hermes Trismegistus, de
boodschapper van de goden. Anderen denken echter dat de Tarot stamt
van de Grieken, een Indische oorsprong heeft (de vier wapenen van de
Tarot komen overeen met de vier wapenen die Ardhanari draagt). Weer
anderen plaatsen de Tarot bij de val van de Bibliotheek van
Alexandrie, als bekend wordt gemaakt dat opdracht gegeven is om deze
verzamelplaats van kennis te vernietigen zouden een groep wijzen
bijeen zijn gekomen om een manier te zoeken om de verzamelde kennis
te bewaren, dit zou hebben geleid tot de Tarot.
De
Tarot
Ongeacht waar de Tarot vandaan komt, de
invloed ervan is groot
geweest. Ons ‘normale’ kaartspel bijvoorbeeld stamt
waarschijnlijk af van de Tarot, vergelijk ze maar met de kleine
arcana, de schildknaap is verwijderd en de ridder heet in het
nederlands spel ‘boer’, voor de rest zijn de spellen
gelijk, behalve dat de symbolen staven, kelken, zwaarden en pentakels
vervangen zijn door ruiten, schoppen, harten en klaveren.
De Tarot bestaat meestal uit 78 kaarten. 22 van die kaarten zijn zogenaamde ‘grote arcana’, deze 22 genummerde kaarten dragen elk een unieke naam en betekenis die over het algemeen een diepere/zwaardere betekenis hebben dan de kleine arcana. Naast de grote arcana zijn er 56 kleine arcana. De kleine arcana zijn verdeeld in vier soorten, de staven, zwaarden, kelken en pentakels en genummerd van 1 tot 10 gevolgd door schildknaap, ridder, koningin en koning (in sommige spellen heten de laatste anders, bijvoorbeeld: prins, prinses, koningin en koning). De vier elementen (staven; zwaarden; kelken en pentakels) hebben elk hen eigen betekenis. Zo staan zwaarden voor het mentale (in de magie is het zwaard het symbool van de mentale vermogens) en de strijd. De staven staan voor actie, de kelken voor emoties en pentakels voor het aardse en bezit.
Voorspellen
De Tarot kan worden gebruikt voor divinatie
(voorspellingen). Om dit te doen bedenk je een vraag, niet een ja/nee
vraag, want er zijn geen ja/nee antwoorden mogelijk met de kaarten.
Als je je vraag hebt schud je de kaarten, daarbij steeds denkend aan
de vraag waar je antwoord op wilt hebben. Als je het gevoel hebt dat
je genoeg geschud hebt leg je de kaarten in de vorm van een waaier
voor je en neem je er een aantal kaarten uit (zie de link naar
‘legwijzen’ voor het aantal kaarten, waar je ze leggen
moet en wat ze vertellen) en leg je ze op hun plaats. Daarna draai je
de kaarten een voor een om en interpreteer je ze.
Let wel: als je de Tarot gebruikt om de toekomst te voorspellen betekent dit niet dat het precies zo gaat als de kaarten voorspellen!!! Er kunnen fouten worden gemaakt bij de interpretatie van de kaarten, omdat deze niet altijd even duidelijk zijn (in de legging). Daarnaast staat onze toekomst nog niet vast.
Groei
Naast het voorspellen van de toekomst kan de Tarot ook
worden gebruikt om dingen uit het hier en nu te onthullen. Zo kun je
de Tarot gebruiken om meer over jezelf te weten te komen, je zou dan
vragen kunnen stellen als: ‘welk deel van mezelf zie ik niet?’
of ‘hoe kom ik over op anderen?’, door het antwoord van
de Tarot te interpreteren en niet af te doen als onzin kun je veel
over jezelf leren.
Als je hierbij je Johari venster zou gebruiken:
|
Wat anderen zien: |
Wat anderen niet zien: |
Wat ik zie --> |
|
![]() |
Wat ik niet zie --> |
![]() |
![]() |
Het bekende: is wat jij en je omgeving over jou weten, in het begin is dit vak iets groter dan de anderen, maar door interactie met je omgeving en door meer over jezelf te weten te komen wordt deze steeds groter.
Mijn geheimen: zijn de dingen die jij niet aan je omgeving verteld maar die je zelf wel weet. Dit hoeven niet echte geheimen te zijn in de zin van dingen die je niet vertellen mag, het kunnen ook dingen zijn die je omgeving gewoonweg niet weet zoals ‘ik hou van klassieke muziek’ of ‘ik interesseer me voor magie’. Dit vak wordt groter naarmate je je meer afsluit van je omgeving, het wordt kleiner als je meer met je omgeving omgaat doordat ze dan meer over je te weten komt.
Wat ik niet zie: zijn dingen die mijn omgeving wel over mij weten maar ik zelf niet weet. Door interactie met je omgeving kom je achter deze dingen en wordt dit vakje steeds kleiner. Een voorbeeld hiervan is, als je zenuwachtig bent tijdens een presentatie steeds met je hand door je haar gaan. Zelf merk je het niet maar je omgeving wel, natuurlijk kunnen dergelijke voorbeelden ook worden gevonden in gedrag en persoonlijkheid.
De blinde vlek: dat wat zowel voor jou als voor je omgeving onzichtbaar is. Dit zijn meestal dingen die in het verleden gebeurd zijn en die je verdrongen hebt, ze kunnen in het hier en nu echter ongemakken veroorzaken. Het kleiner maken van dit gebied is zeer moeilijk, in de psychologie krijg je geleerd dat psychotherapie vrijwel de enige methode is. Het kan echter ook makkelijker (en minder ingrijpend) door gebruik te maken van een orakel zoals de tarot, door de kaarten te vragen jou te laten zien wat hier verborgen ligt. Door dit te doen kom je meer over jezelf te weten en wordt de blinde vlek kleiner.
Het
‘ideale’ venster:
Naarmate je aan jezelf werkt zal je
Johari venster gaan veranderen, een ‘ideaal venster ziet als
volgt uit:
|
Wat anderen zien: |
Wat anderen niet zien: |
Wat ik zie: |
|
|
Je kent jezelf volledig (er is tenslotte geen blinde vlek meer en ook geen gebied dat je zelf niet ziet maar anderen wel) en de ‘geheimen’ die je met je meedraagt zijn minder geworden, het is tenslotte niet nodig alles geheim te houden.
In de praktijk komt dit venster echter bijna niet voor doordat er altijd een kleine blinde vlek over blijft.